zondag 24 juni 2012

Intiem kapitaal en de archivaris

De KVAN-dagen zijn weer voorbij. Heel leuk, heel boeiend en er is al door anderen over geblogd. Daarom beperk ik me tot de eerste keynote speech, van Stine Jensen over Privédomein of profiel: heeft iemand nog behoefte aan privacy?

Echte vrienden

Uitgangspunt van Jensen is dat mensen online graag informatie over zichzelf delen. Ze heeft het daarbij over intiem kapitaalMet deze combinatieterm haakt Jensen aan bij de terminologie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu, die in zijn werk vier vormen van kapitaal onderscheidt:
  1. Economisch kapitaal: geld en onroerend goed
  2. Cultureel kapitaal: kennis, vaardigheden en opleiding
  3. Sociaal kapitaal: netwerk en relaties
  4. Symbolisch kapitaal: eer, prestige, imago
Intiem kapitaal...
Jensen voegt daar dus een vijfde vorm aan toe. Daar waar het bij symbolisch kapitaal vooral gaat om sociale klasse (wanneer mensen hun kapitaal etaleren, doen zij dat vooral om zich van anderen te onderscheiden), heeft intiem kapitaal een egaliserende werking. En in tegenstelling tot het sociaal kapitaal gaat het er niet om met wie we de informatie delen, maar wat we delen.

Het lekken (bewust vrijgeven) van persoonlijke informatie wordt door Jensen samengevat met ik lek, dus ik besta! Ze gaat dan ook uit van het opzettelijk delen van privé-informatie (profileren) en niet van de privacy-problematiek rond je persoonsgegevens waar je geen vat meer op hebt. Zij geeft zes redenen om te lekken:
  1. Evolutionair: opvallen, informatie over vijanden verkrijgen, partner zoeken
  2. Sociologisch: erbij horen, macht
  3. Psychologisch: ijdelheid, vriendschap, macht
  4. Emancipatie: het persoonlijke is politiek
  5. Urgentie: ik leef!
  6. Vermaak: verstrooiïng, recreatie
Jensens theorie (voor zover je dat in een verhaal van een uur en wat losse artikelen kunt doorgronden) vind ik niet sluitend. Ik deel persoonlijke informatie over mijn gezinsleven via een twitteraccount-met-een-slotje waarop ik mensen toelaat die ik echt persoonlijk ken. Dat zijn dus ook familieleden die twitteren. Zo kunnen bijvoorbeeld mijn schoonfamilie in Noordoost-Groningen (vijf uur rijden vanuit Middelburg) en mijn ouders (drie-en-een-half uur rijden) onze dagelijkse beslommeringen volgen en weten ze hoe mijn zoon het gedaan heeft tijdens een judowedstrijd of dat mijn dochter eindelijk haar werkstuk voor school heeft afgerond.  En ik lees ook over hun beslommeringen. Dat geeft meer binding als je elkaar eens in de zoveel tijd weer eens telefonisch of in het echt spreekt, omdat je weet wat de ander bezig houdt. Het geeft zelfs redenen om elkaar vaker te willen spreken. Dit is wellicht een typisch probleem van familie, vrienden en kennissen die meer dan een uur reizen van elkaar wonen en een druk leven hebben. Maar ik vind dit lekken niet passen onder de psychologische reden ten opzichte van het intiem kapitaal. Ik doe dit om mijn relatie met familie te versterken. Mijn sociaal kapitaal, dus.

Het zou kunnen dat Jensen haar idee vooral baseert op het gebruik van facebook. Maar dat weet ik niet zeker, want ik heb haar essay Echte vrienden (nog) niet gelezen. En ik heb geen actuele ervaring met facebook, omdat ik het vier jaar geleden voor het laatst heb geprobeerd. En toen zag ik geen meerwaarde boven bijvoorbeeld Hyves, wat ik een onnozel netwerk vind, vooral gevuld met tiener- en huismoederpraat. Of vergelijkbaar. Wat dat betreft geloof ik meer in specifiekere netwerken als LinkedIn. Daar zou ik me ook nog wel een beurswaarde bij kunnen voorstellen. Maar misschien vertoon ik nu wel mijn symbolisch kapitaal, door me te goed te voelen voor facebook. Want op twitter wordt natuurlijk ook een hoop flauwekul verkocht.

Bovenstaande voorbeelden brengen me tot mijn echte knelpunt bij het idee van Jensen: de zes redenen om te lekken beperken zich niet tot intiem kapitaal. Het kan voor alle kapitaalvormen van toepassing zijn. Dan volgt meteen de vraag of intiem kapitaal wel een aparte kapitaalvorm is. Ik zie het meer als een middel, waarbij het lekken (of profileren) de methode is. Het delen van persoonlijke informatie om één of meer van de zes genoemde redenen, kan bedoeld zijn om het economische, culturele, sociale of symbolische kapitaal te vergroten. Intiem kapitaal op zich is niet iets om voor te strijden of om te willen vergroten. Je zet het in bij een van de andere vormen.

Ik zie een matrix voor me:

                   Doel
Aanleiding
Economisch
Cultureel
Sociaal
Symbolisch
Evolutie
1A
2A
3A
4A
Sociologie
1B
2B
3B
4B
Psychologie
1C
2C
3C
4C
Emancipatie
1D
2D
3D
4D
Urgentie
1E
2E
3E
4E
Vermaak
1F
2F
3F
4F

Horizontaal staan de kapitaalvormen van Bourdieu genoemd en verticaal de profileringsredenen (of aanleidingen tot profilering) van Jensen. Op de kruispunten van de vormen en redenen (1A t/m 4F) staan steeds de gelekte gegevens. Deze verzameling zou je het intiem kapitaal kunnen noemen, maar het is dan een eenheid en geen grootheid, zoals de eerste vier kapitaalvormen. Misschien is profieldata een betere term.

...en de Archivaris
Maar, zou Ingmar Koch zeggen, wat heb je daar als archivaris aan?
Goede vraag. Wat heb je er, praktisch gezien, überhaupt aan? Ik denk dat de meerwaarde zit in het gebruik bij profilering. Bij marketing en pr wellicht: iemand die zich op facebook om evolutionaire redenen laat voorstaan op zijn economisch kapitaal benader je anders dan iemand die dat op LinkedIn doet om sociologische redenen.
Maar denk ook eens aan informatiebeveiliging. Risicoprofielen voor type gebruiker en type profieldata kunnen nog strakker op elkaar worden afgesteld, als je analyses maakt van de gebruiker aan de hand van kapitaalvorm en reden. Zeker als je de 24 typen profieldata (dus 1A t/m 4F) voor je beheersomgeving beschreven en gewaardeerd hebt.
En de archivaris, dus? Dat kan ik nog niet goed inschatten, maar wellicht is het in te zetten voor een analyse bij acquisitie van sociale media (of ander archief)materiaal. Of - terug naar de marketing en pr -  voor een betere benadering van de klanten van een archiefdienst.

Tot slot
Samengevat vind ik de combinatie van de kapitaalvormen en de profileringsredenen een interessante denktrant en mogelijkerwijs is er een praktische methode uit te destilleren. Maar wie gaat dat doen?

Blogs over KVAN 2012
Christian van der Ven
Bob Coret
Ingmar Koch: Acxiom en Risicowaardering
Luud de Brouwer

(En de twittermuur over #kvan12 is nog steeds te zien bij De Ree.)

Plaatjes
http://www.cultuurbewust.nl/wordpress/wp-content/uploads/2011/05/echtevrienden1-e1305625919397.jpg

2 opmerkingen:

Christian zei

Goed stuk, Chido. Bij het luisteren naar haar verhaal, kreeg ik zelf ook sterk de indruk dat het vooral gebaseerd was op ervaringen met Facebook (en dan vooral op het 'gemiddelde' gebruik ervan).

Zelf 'lek' ik ook behoorlijk wat, maar dat heeft, net als in jouw geval, nauwelijks met een apart 'intiem kapitaal' te maken. Misschien zijn wij trouwens ook niet de soort gebruikers van sociale netwerken waar Stine op doelt (en Twitter wordt doorgaans ook niet echt als sociaal netwerk gezien natuurlijk).

Wat jij zegt over intiem kapitaal als middel om een ander kapitaal te vergroten, en lekken als methode, dat vindt ik een knappe analyse.

CHIDO zei

Dank je, Chris.
Misschien is dat ook wel het probleem: we zijn geen doorsnee-gebruikers van sociale media en geldt haar analyse (nog) wel voor de gemiddelde gebruiker.

Overigens ben ik wel benieuwd of (en in welke vorm) mijn 'toegepaste filosofie' zinvol zou kunnen zijn voor de archivistiek of archiefdiensten.